
Goirle beleeft net als bijna alle andere gemeenten in Nederland zware financiële tijden. De kosten van WMO en Jeugd zijn flink gestegen, terwijl de bijdrage van Den Haag daalde. Met forse bezuinigen en het verhogen van de lokale belastingen hebben we deze tekorten de afgelopen jaren moeten opvangen. Dit heeft gevolgen gehad voor onze inwoners. Zoals onder andere het verhogen van de OZB en het bezuinigen op de culturele sector.
Het tij is nog niet gekeerd. Nieuwe ontwikkelingen (herverdeling gemeentefonds) maken nieuwe keuzes noodzakelijk. Wij willen daarom kritisch kijken naar de uitgaven in het sociaal domein. Daar moeten we in principe de besparing zoeken. Herverdeling van het gemeentefonds betekent, dat sociaal sterke gemeenten, zoals Goirle, worden gekort ten behoeve van de sociaal zwakkere gemeenten, meestal de grote steden.
Financiën structureel op orde
LIJST RIEL GOIRLE vindt dat we ervoor moeten zorgen, dat we de gemeentefinanciën structureel op orde hebben en minder afhankelijk zijn van de besluiten van het rijk. We willen duidelijkheid in de kosten van de gemeente op het gebied van jeugd en WMO, zodat we weten aan welke knoppen we kunnen en moeten draaien. Desalniettemin blijven we samen met andere gemeenten strijden in Den Haag voor structureel meer geld.
Goirle moet een financieel gezonde gemeente zijn, wil het haar doelstellingen op allerlei terreinen mogelijk maken. Dat betekent dat wij gaan werken aan een structureel sluitende meerjarenbegroting. Wij willen de rekening niet doorschuiven naar toekomstige generaties. De financiële situatie dwingt ons tot het maken van keuzes, maar niet ten koste van alles. We willen de woonlasten voor onze dorpsgenoten zo laag mogelijk houden. Dat betekent dat we wellicht andere keuzes moeten maken, tenzij Den Haag over de brug komt.
De gemeente zal daarnaast actief andere inkomsten moeten gaan genereren om doelen zoals investeringen in klimaat te kunnen behalen (bijvoorbeeld het klimaatfonds via een publiek energiebedrijf). Daarnaast moet de gemeente bewuste keuzes maken in de uitgaven, waar houd je als gemeente de regie en waar laat je het over aan marktpartijen of inwonersinitiatieven? Die keuzes in uitgaven zitten in de bovenwettelijke taken, de consequenties van de keuzes moeten goed worden afgewogen. Verschraling van onze leefbaarheid mag nooit de uitkomst zijn.