Zienswijze op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor OER De Baars
1. Inleiding
De overstap naar duurzame energie is noodzakelijk en urgent om klimaatverandering tegen te gaan. Deze energietransitie biedt kansen voor verbetering van de luchtkwaliteit en daarmee ook voor de volksgezondheid. Tegelijkertijd mogen nieuwe energieoplossingen niet leiden tot een onevenredige verslechtering van de leefomgeving. De GGD wijst erop dat sommige duurzame energiebronnen, zoals windturbines, lokaal ook gezondheidsrisico’s kunnen veroorzaken.
De meeste gezondheidswinst ontstaat wanneer verschillende aspecten in samenhang worden benaderd. Denk aan geluidsbelasting, visuele hinder, de betrokkenheid van omwonenden en het zorgvuldig monitoren en beheren van effecten. In het projectgebied De Baars, en dan met name rondom de Ley bij Goirle, spelen bovendien andere klimaatopgaven zoals het verminderen van wateroverlast. De inzet op duurzame energie moet daarom zorgvuldig worden afgewogen tegen andere ruimtelijke en maatschappelijke belangen.
Daarom is het belangrijk dat gezondheid en leefbaarheid een centrale plaats moeten innemen in de Omgevingseffectrapportage (OER). In deze zienswijze formuleren wij heldere randvoorwaarden voor de mogelijke plaatsing van windturbines. Die voorwaarden omvatten bescherming van de gezondheid, het beperken van geluidshinder en visuele impact, het bewaken van economische belangen en het voeren van een eerlijke en volledige gebiedsafweging zonder voorafgaande uitsluiting van delen van het plangebied.
2. Gezondheid en geluidsbelasting
2.1 Normstelling en hinderbeperking
De NRD moet expliciet ruimte bieden om maatregelen te onderzoeken en te beschrijven die geluidshinder effectief beperken. Daarbij is het uitgangspunt dat gezondheidsschade zoveel mogelijk wordt voorkomen, niet slechts beperkt tot wat wettelijk aanvaardbaar is.
De WHO en GGD adviseren een maximale geluidsbelasting van 45 dB Lden voor windturbines bij gevoelige bestemmingen. Uit TNO onderzoek (2008) blijkt dat er bij een geluidbelasting van 45 dB Lden het percentage ernstig gehinderden buitenshuis 13% bedraagt en het percentage ernstig gehinderden binnenshuis 5%. Wij zijn van mening dat een geluidbelasting van 45 dB Lden onvoldoende bescherming geeft om hinder te voorkomen.
Daarom pleiten wij voor een strengere geluidsnorm van maximaal 42 dB Lden, als realistische balans tussen klimaatambitie en gezondheidsbescherming. Volgens het TNO onderzoek is bij een geluidbelasting van 42 dB Lden het percentage ernstig gehinderden buitenshuis 7% en het percentage ernstige gehinderden binnenshuis 2.5%.
Een afstand van 1000 meter zal in veel gevallen een geluidsniveau van 42 dB of lager opleveren.
Voor de nachtelijke uren geldt een verhoogd risico op hinder door afgenomen achtergrondgeluid. Daarom vragen wij om een extra norm van maximaal 36 dB Lnight, conform de richtlijnen en risicodrempels uit het TNO-rapport (2008). De WHO stelt dat de kans op hinder toeneemt vanaf 40 dB en vanaf 45 dB als substantieel moet worden beschouwd. Deze inzichten worden bevestigd door de GGD-Gezondheidsmonitor uit 2016.
Wij achten de volgende maatregelen essentieel:
- Zet in op vergroten van de afstand tussen windmolens en gevoelige bestemmingen.
- Zet in op de best beschikbare geluid reducerende technieken.
- Aanpassing of tijdelijke stilstand bij specifieke weersomstandigheden waarin piekbelasting optreedt (zoals bij lage bewolking of temperatuurinversie).
- Beperking van nachtelijke geluidproductie door het verlagen van het toerental of het tijdelijk stilzetten van turbines tijdens de nachtelijke uren.
- Voorkomen van cumulatie van geluid met andere bronnen, zoals verkeer op de A58 nabij De Baars.
2.2 Rekening houden met toekomstige woonontwikkeling
Ook toekomstige woonwijken, zoals de geplande uitbreiding van de Bakertand, moeten nu al worden meegenomen in de beoordeling van geluidsbelasting. Deze uitbreidingen vallen binnen de verwachte stedelijke contouren van Goirle en moeten daarom worden aangemerkt als gevoelige bestemmingen.
Dat betekent dat ook voor deze toekomstige bestemmingen de normen van 42 dB Lden en 36 dB Lnight moeten gelden. Door toekomstige bebouwing nu al te betrekken bij de afstandstoets en milieueffectbeoordeling, wordt voorkomen dat achteraf maatregelen nodig zijn of dat acceptatieproblemen ontstaan. Dit past binnen het uitgangspunt van een zorgvuldige, gebiedsgerichte ruimtelijke afweging.
Samenvattend toekomstige woonontwikkeling:
- Hanteer 42 dB Lden en 36 dB Lnight als beschermingsnormen (dit correspondeert met een afstand van ongeveer 1000 meter)
- Voorkom toekomstige overlast en maatschappelijke onrust door preventieve inpassing
3. Visuele factoren en landschappelijke inpassing
De visuele impact van windturbines heeft aantoonbare invloed op de leefkwaliteit. Onderzoek wijst uit dat zichtbare windturbines gevoelens van stress, irritatie en verminderde tevredenheid over de woonomgeving kunnen veroorzaken. De GGD en de Lokale Referentiegroep onderstrepen het belang van visuele rust, herkenbare schaalverhoudingen en het behoud van open zichtlijnen in het landschap. Dit geldt in het bijzonder voor het overgangsgebied tussen de dorpsrand van Goirle en het open buitengebied in het plangebied.
Wij pleiten voor een maximale tiphoogte van 150 meter als voorwaarde voor landschappelijke inpassing. Deze hoogte is beter verenigbaar met het kleinschalige, open landschap en zorgt ervoor dat turbines niet visueel dominant aanwezig zijn in het blikveld van bewoners en recreanten.
Daarnaast vragen wij om een belevingsonderzoek onder inwoners, zodat niet alleen technische zichtstudies maar ook de daadwerkelijke ervaring van de omgeving wordt meegewogen. Indien gewenst kan dit worden vervangen door aansluiting bij het RIVM-onderzoek, waarvan de resultaten eind 2026 worden verwacht.
Aanbevelingen visuele inpassing:
- Beperk slagschaduw tot het minimum en programmeer stilstandvoorzieningen bij overschrijding van richtwaarden
- Voer een zichtanalyse uit vanuit dorpsranden, recreatiegebieden, natuurkernen en beoogde nieuwbouwlocaties
- Breng cumulatieve visuele belasting in beeld, zeker in combinatie met bestaande elementen zoals de A58
- Bevorder visuele ordening door turbines in lijnopstellingen te plaatsen, om versnippering van het landschap te voorkomen
- Neem de toekomstige wijkuitbreiding van de Bakertand nadrukkelijk mee in de visuele effectbeoordeling
Samenvatting Visuele Inpassing:
- Hanteer een maximale tiphoogte van 150 meter
- Gebruik visuele rust, zichtlijnen en landschapskwaliteit als toetsingskaders
- Voer een belevingsonderzoek uit onder inwoners of sluit aan bij het RIVM-onderzoek
- Beperk slagschaduw en visuele cumulatie in de ruimtelijke inpassing
4. Lokale economie en dierenwelzijn
4.1 Economisch belang van recreatie en toerisme
Binnen het plangebied bevindt zich een van de belangrijkste economische en recreatieve dragers van de regio: Safaripark De Beekse Bergen en Speelland, gelegen in de buurgemeente Hilvarenbeek. Het park trekt jaarlijks ruim een miljoen bezoekers en is van groot belang voor werkgelegenheid en toerisme binnen de regio.
De positionering van het park is sterk afhankelijk van beleving, natuurlijke omgeving en visuele rust. Windturbines in de nabijheid kunnen deze kernwaarden aantasten. De exploitant hanteert een afstandsnorm van minimaal 800 meter tot windturbines.
Wij vragen om deze afstand als ondergrens te hanteren en waar mogelijk een grotere afstand na te streven. Tegelijkertijd zien wij kansen voor samenwerking: het park is een grootverbruiker van energie en zou een afnemer kunnen zijn van lokaal opgewekte stroom.
Aanbevelingen:
- Respecteer een minimale afstand van 800 meter tot de grenzen van De Beekse Bergen
- Onderzoek de impact op recreatiebeleving, landschappelijke setting en toeristische aantrekkingskracht
- Stimuleer dialoog tussen initiatiefnemers en parkbeheer over ruimtelijke afstemming en mogelijke stroomafname
- Voorkom visuele dominantie van windturbines in het park
4.2 Dierenwelzijn en ecologische rust
Het park huisvest vele soorten, waaronder olifanten, neushoorns en giraffen. Deze diersoorten zijn gevoelig voor laagfrequent geluid, trillingen en visuele prikkels. Mogelijke effecten zijn stressreacties of verstoring van gedrag en voortplanting.
Daarom stellen wij de volgende voorwaarden:
- Neem een afzonderlijk rapport op over akoestische en visuele effecten op fauna binnen het safaripark
- Raadpleeg ecologen, dierenartsen en gedragsdeskundigen bij deze analyse
- Onderzoek aanvullende mitigerende maatregelen
Samenvatting Economie en Fauna:
- Respecteer minimaal 800 meter afstand tot recreatieve toplocaties zoals De Beekse Bergen
- Onderzoek impact op toerisme en dierenwelzijn
- Verken samenwerking met het park als energieafnemer
- Pas het voorzorgsprincipe toe bij risico’s voor fauna
5. Onderzoeksgebied, afbakening en publiek eigendom
5.1 Volledigheid van het onderzoeksgebied
De OER moet het volledige plangebied De Baars onderzoeken, inclusief een zone van 250 meter daarbuiten. Alleen dan kunnen effecten op omliggende woonwijken, natuurgebieden en toekomstige ontwikkelingen goed worden meegenomen.
Eerder uitgesloten zones mogen niet bij voorbaat worden weggelaten. Alleen op basis van objectieve criteria zoals geluid, visuele impact en ecologie kan een rechtvaardige locatiekeuze worden gemaakt.
5.2 Lokaal draagvlak en eigendom
De energietransitie is ook een maatschappelijke opgave. In De Baars is het publieke eigendom van het project geborgd. Eventuele opbrengsten vloeien terug naar lokale coöperaties en overheden. Deze baten zijn waardevol, maar mogen geen rol spelen in de ruimtelijke beoordeling. Die moet objectief blijven en gebaseerd zijn op inhoudelijke criteria.
Aanbevelingen:
- Onderzoek het volledige plangebied en een bufferzone van 250 meter
- Herbeoordeel eerder uitgesloten zones objectief
- Maak expliciet onderscheid tussen ruimtelijke toetsing en eigendomsvorm
6. Natuuropgaven en ecologische kwaliteit
In het gebied rondom De Ley bij Goirle spelen verschillende klimaat- en natuuropgaven, zoals het bevorderen van biodiversiteit en het herstellen van een gezonde waterhuishouding.
De OER moet onderzoeken of, en hoe, windturbines invloed hebben op deze doelen. Tevens vragen wij om te verkennen of natuurontwikkeling en energieopwekking zorgvuldig gecombineerd kunnen worden. Conform de beleidskaders uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied of het Brabants Programma Natuur.
7. Conclusie en samenvatting
Deze zienswijze pleit voor:
- Bescherming van gezondheid door strengere geluidsnormen (42 dB Lden / 36 dB Lnight) (dit komt overeen met een afstand van ongeveer 1000 meter)
- Neem het gehele plangebied de Baars mee in het onderzoek, inclusief een bufferzone van 250 meter
- Beperking van visuele impact door tiphoogte van max. 150 meter
- Integrale beoordeling van effecten op recreatie, dierenwelzijn en natuur
- Transparant en volledig onderzoeksgebied zonder voorafgaande uitsluiting
- Objectieve toetsing, los van eigendomsstructuur
Wij danken u voor de mogelijkheid tot inspraak en vragen om deze punten expliciet mee te nemen in de verdere uitwerking van de NRD voor OER De Baars.
Om een beter beeld te krijgen, kunt u deze interactieve kaart bekijken: https://arcg.is/1a5f041